Het effect van inflatie

Inflatie geeft de stijging van de prijzen weer. Als de prijzen dit jaar 2% hoger zijn dan vorig jaar, dan is de inflatie 2%.
Inflatie is een groot risico voor pensioenen. Door inflatie kan je straks voor hetzelfde pensioen minder kopen. De koopkracht van het pensioen neemt dan af.
In de eerste grafiek staat de inflatie sinds 1963. Duidelijk is te zien dat de inflatie in de jaren 70 aanzienlijk hoger was dan inflatie sinds het jaar 2000. In de tweede grafiek staat het effect van de inflatie op de koopkracht vanaf het jaar 2000. Dit betreft dus de periode met lage inflatie. Iemand die sinds het jaar 2000 € 100 te besteden heeft, heeft zijn koopkracht in 16 jaar met 25% zien dalen. De tijd dat iemand met pensioen is, is meestal langer dan 16 jaar.
Om koopkrachtdaling van pensioenen tegen te gaan hebben veel pensioenfondsen de ambitie (doelstelling) om de pensioenen jaarlijks te verhogen met de stijging van de prijzen. Deze verhoging heet indexatie of toeslag. Als dit lukt, dan blijft de koopkracht van het pensioen gelijk. Als de indexatie minder is, dan neemt de koopkracht af.
Als er elk jaar volledig geïndexeerd wordt, dan is ongeveer 40% van de uiteindelijke uitkering afkomstig van indexatie. Omgekeerd als het indexeren in het geheel niet lukt, dan is de uitkering 40% lager dan bedoeld.
Pensioenfondsen mogen alleen indexeren als ze voldoende vermogen hebben. Sinds de crisis van 2008 hebben de meeste pensioenfondsen onvoldoende vermogen. Daarom hebben veel pensioenfondsen sinds 2008 niet of nauwelijks geïndexeerd. Hierdoor is bij deze pensioenfondsen de koopkracht met ongeveer 13%  afgenomen.
Veel pensioenfondsen kunnen ook in de komende 5 jaar waarschijnlijk niet indexeren en mogelijk duurt het nog zo’n 15 jaar voordat ze weer volledig kunnen indexeren. Hierdoor zullen de opgebouwde pensioenen ook de komende jaren veel koopkracht verliezen.